Achtergrond

Voorheen stroomde regenwater en afvalwater via het riool naar de open Caumerbeek. Vanwege nieuwe milieuregels en stankoverlast werd deze manier van afwateren begin jaren zeventig afgeschaft. Om het afval-, regen- en beekwater toch af te kunnen voeren is er destijds een betonnen koker (riool) aangelegd. Deze koker liep van de Meezenbroekerweg tot de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Hoensbroek. Hierdoor was de beek over een lengte van acht kilometer niet langer zichtbaar in Hoensbroek, Rennemig, Beersdal en Palemig.