Flora en Fauna

Door het zichtbaar maken van de beek komt deze weer tot leven. Water trekt veel nieuwe flora en fauna aan. In het water vinden kleine waterdieren zoals libellen, waterjuffers, vlokreeften en waterkevers een nieuw thuis. Er komen ook vissen. Eerst vooral de driedoornige stekelbaars. Later zullen we ook zeldzamere soorten zoals bermpje en riviergrondel zien. De vissen moeten van benedenstrooms komen. Daarom is het belangrijk dat ook de visstand van de Geleenbeek verder verbetert. De herinrichting van de Geleenbeek in het project Corio Glana draagt hier positief aan bij.

De Caumerbeek verbindt

De Caumerbeek ligt tussen twee zeer belangrijke natuurgebieden: de Brunssummerheide en het Geleenbeekdal. Deze gebieden zijn zo waardevol voor flora en fauna dat ze zijn aangewezen als Natura 2000. Hierdoor genieten ze bescherming op Europees niveau. De Caumerbeek verbindt deze gebieden. Muizensoorten en marterachtigen, zoals de wezel, hermelijn en bunzing, komen via de Caumerbeek en haar zijbeken van het ene gebied in het andere. In het project wordt daarom bijzondere aandacht gegeven aan plekken waar de beek wegen kruist. Hier worden loopplanken voor dieren aangelegd, zodat ze veilig onder de weg door kunnen.

Flora en fauna tijdens de uitvoering

Het zichtbaar maken van de Caumerbeek is een zeer grootschalige herinrichting. Er wordt niet alleen een nieuwe beek gegraven, er worden ook bergingen aangelegd voor riool- en oppervlaktewater. Het is onmogelijk om dit te realiseren zonder dat een deel van de bestaande natuur verloren gaat. Bomen moeten worden gerooid, dieren worden verstoord en vogels moeten een andere broedplek zoeken. Gelukkig is de overlast voor dieren tijdelijk. Uiteindelijk komt er een veel mooier beekdal voor in de plaats. Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met de aanwezige natuur. Bestaande begroeiing is behouden waar het kon. Waar toch gerooid moest worden, is dat buiten het broedseizoen gedaan of in overleg met een ecoloog.